De vragen aan… Ann Jaeken - teamleider mobiele bloedinzameling

Ann Jaeken had zin in een nieuwe uitdaging en die vond ze bij Rode Kruis-Vlaanderen, als teamleider voor de mobiele bloedinzameling van team Limburg. Hiervoor was ze verpleegkundige in de pediatrie. Toen moest ze vaak lang inpraten op haar patiënten opdat ze hun bloed lieten trekken. “Nu steken ze bij wijze van spreken hun arm al uit”, grapt ze. “Die interactie met donoren is echt belangrijk. Ze komen vrijwillig bloed geven, we nemen dus graag de tijd voor een korte babbel.”

GROOTSTE UITDAGING

“Ik werk nog maar een maand als teamleider, dus een grote uitdaging is mijn pad nog niet gekruist. (lacht). Mijn doel is om met een enthousiast team samen te werken waarin ik rechtvaardig ben voor elke werknemer. Eén team. Dat wil ik! Een hechte groep die ik begeleid, informeer én motiveer.”

AANGENAAMSTE ASPECT

“Het is een andere manier van werken dan in het ziekenhuis waar ik zeventien jaar heb gewerkt. In het ziekenhuis ben je ofwel verpleegster ofwel diensthoofd (en dan zit je voortdurend aan je bureau). Nu ben ik een meewerkend teamleider: mee tussen de collega’s staan en evenzeer de vrachtwagen in- en uitladen. Dat sprak me enorm aan. Ik zie het niet als ‘de baas spelen’, maar wil liever van het team een hechte groep maken.”

KLEINSTE ZORG

“Vanaf dag één viel het me op dat Rode Kruis-Vlaanderen een goed geoliede machine is. Op een mobiele bloedinzameling loopt alles zó vlot en spelen de collega’s zó goed in op elkaar. Als nieuweling is het fascinerend om te zien. (lacht) Je mag meteen meelopen waardoor je de werking in levenden lijve meemaakt. Heel handig.”

BESTE MOMENT

“De relatie met donoren is een specialleke. (lacht) Hoewel je heel familiair met hen omgaat, doet dat geen afbreuk aan je professionaliteit. Zo was er eens een donor die zei: “Mijn aders ga je niet vinden, hoor. Met die koude handen van jou, trekken ze terug.“ Die grappige momenten met donoren maken de job prettig. Het verloopt allemaal wat speelser dan in het ziekenhuis, en toch houdt iedereen zich strikt aan de regels.”

MINST FAVORIETE DEEL

“Ik heb voorlopig nog niets moeten doen dat ik écht niet graag deed. Dat zou ook wel erg zijn, na een maand! (lacht) Maar wanneer ik bv. een collega moet terechtwijzen, moet ik de ‘strenge’ teamleider in mij naar boven halen. Bijvoorbeeld wanneer hij of zij de procedures niet meer correct volgt, kan dat tot discussie in de groep leiden. Dan moet je als teamleider de rust in de groep terugvinden en die collega op zijn of haar fout wijzen. Niet altijd even gemakkelijk.”

GENÂNTSTE MOMENT

“Ik had een bloedinzameling in Ranst en samen met het team vertrok ik vanuit de voorbereidingsplaats in Genk. Daar staan drie wagens van het Rode Kruis klaar. De planning bepaalt met welke auto je rijdt. Klaar om te vertrekken, merk ik dat de handrem geblokkeerd zit. Na wat wringen en sleuren kwam er nog steeds geen beweging in en ben ik vliegensvlug met mijn eigen auto vertrokken. Gelukkig zorg ik er altijd voor dat ik wat speling heb en vertrek ik steevast een kwartier te vroeg. Ik ging in Ranst de bloedinzameling meevolgen met een teamleider om te kijken hoe hij het aanpakt en zijn team aanstuurt. Het zou geen goede indruk gemaakt hebben om te laat toe te komen als beginnende teamleider.”

MEEST CONTENT MET …

“Toen ik hier begon, werd ik voorgesteld als teamleider, ik kende toen nog niemand. Wanneer ik meeliep met een collecte, zeiden mijn collega’s tegen het andere team: “Dat is ze, onze nieuwe TL.” De eerste reacties waren tot nu toe altijd dezelfde: “Oh, welkom! Wat fijn. Dat zal een uitdaging worden, zeker? Maar, we staan achter je.” Ik heb nog niet veel moeten samenwerken met mijn team, team Limburg, maar ik merk wel dat het een hechte groep is. Het viel me op tijdens mijn eerste mobiele bloedinzameling hoe warm elke collega is. Ik ben nu nog steeds in opleiding en dat betekent dat je gekoppeld wordt aan een mentor. Dat is wel fijn, want als ik twijfels heb, kan ik bij hem terecht en staat hij open voor al mijn vragen en bedenkingen.”

LIEVELINGSTAAK

“Als teamleider moet je je team motiveren. Dat is geen moeilijke opdracht in zo’n hechte groep. (lacht) Daarnaast ben je ook verantwoordelijk om de informatie van de directeurs en de managers te delen met je collega’s. Je brengt iedereen op de hoogte van nieuwigheden en zorgt ervoor dat ze het begrijpen. Het is gevarieerd werk en dat is wat ik er zo leuk aan vind.”

PLEZANTSTE MOMENT

“Ik heb zeventien jaar als verpleegster op de pediatrie gewerkt. In het ziekenhuis moest ik bepaalde patiënten overtuigen voordat ik hun bloed mocht trekken. Nu bij het Rode Kruis komen de donoren vrijwillig en steken ze bij wijze van spreken hun arm naar je uit.”

HIERVOOR DOE IK HET

“Ik geniet van het contact met de mensen, zowel met de collega’s als met de donoren. Ik ben niet iemand die lang kan stilzitten. Ik heb nood aan interactie. (lacht) Bovendien help je als Rode Kruismedewerker mee aan de bloedtransfusie. Dat geeft mijn job betekenis.”

HOE BEN JE BIJ RODE KRUIS-VLAANDEREN TERECHTGEKOMEN?

“Mijn man is een trouwe donor en hij zei vaak tegen mij: “Werken bij Rode Kruis-Vlaanderen, is dat niets voor jou?” Na zeventien jaar in dezelfde job dacht ik: “Oké, ik ga eens solliciteren bij het Rode Kruis. Wie niet waagt, niet wint!” Na een geslaagde test mocht ik op sollicitatiegesprek. Het leuke was dat het écht een gesprek was: ik kreeg situaties en mogelijke scenario’s voorgelegd. Dat gesprek was zó interessant dat mijn twijfels verdwenen en ik koste wat het kost die job wou. Zo gezegd, zo gedaan!”

WORK-LIFE BALANCE?

“Teamleider van een mobiele collecte betekent dat je vooral ’s avonds werkt. Voor ik de job aannam, had ik een lang gesprek met mijn man en onze twee kinderen. We kwamen tot de conclusie dat het even aanpassen ging zijn, vooral voor de regeling met de kinderen. Zij zijn acht en tien jaar, dus moesten we naschoolse opvang voorzien. Gelukkig kunnen oma en opa daarbij inspringen en regelt mijn man zijn werkdag wat anders. Maar binnen twee jaar zijn de kinderen weer wat ouder en kunnen ze ook alleen thuis blijven tot ‘de papa’ thuiskomt. Een pluspunt: als verpleegkundige in het ziekenhuis werkte ik twee keer per maand in het weekend en kon ik ’s nachts worden opgeroepen. Nu ben ik elk weekend thuis en ken ik mijn werkuren op voorhand, zonder onverwachte wijzigingen. Daar zijn mijn kinderen héél blij om! Ik kan ze ook elke woensdag van school ophalen. Welke ouder is daar niét gelukkig mee?”

HOE IS DE SFEER BIJ DE COLLEGA’S?

“Mijn team is een hechte groep, dat merkte ik al snel. Ze staan open om nieuwelingen op te vangen: “Vraag maar, hé, als je iets niet weet. Da’s echt geen probleem.” Ik moet nog verschillende opleidingen volgen tot ik mezelf een volwaardige teamleider kan noemen, maar mijn team bekijkt me wel al zo. Ze hebben vertrouwen in mij en dat is fijn.”

  • BONUS: ADVIES VOOR EEN TOEKOMSTIGE COLLEGA?

    “Je bent nét iets meer voor een donor. Je bent niet enkel een verpleegkundige die twee minuten bloed afneemt en daarna weer weg is. Je bent hun gesprekspartner. Eigenlijk ben je een wildvreemde, maar toch nemen donoren je snel in vertrouwen en vertellen ze je persoonlijke verhalen. Ze luchten al eens hun hart bij jou. Die interactie heb je minder in het ziekenhuis.”